Ondernemers

Is 3D-printen het nieuwe produceren?

Nederlanders 3D-ontwerpen en 3D-printen er op los. Zonder tussenkomst van grote producenten. Is dit het Nieuwe Produceren?

Nederlanders houden van 3D printen. Blijkt uit de cijfers. Er bestaat al een Nederlandse 3D-printer en het Nederlandse Shapeways is een van de grootste 3D-print-bedrijven ter wereld. Een andere belangrijke speler is 3D Hubs, een Amsterdamse start-up met wereldwijd duizenden zogenaamde printpunten. Hun formule lijkt op die van Airbnb en Uber: ze brengen vraag en aanbod bij elkaar en laten het burgers verder vooral zelf doen.

3D Hubs

Wie op 3D hubs.com op Amsterdam zoekt, vindt honderd verschillende printplekken. Zo kun je met een printopdracht bijvoorbeeld terecht in het huis van Victor. Hij heeft twee printers die zo’n veertig uur per week staan te zoemen. Vandaag komt laagje voor laagje de linkeronderkaak van een poppenhoofd tevoorschijn.

Victor print, naast zijn werk als adviesgever over klantenservice, vooral (pre-)prototypes voor ontwerpers. Dat kan hij een stuk goedkoper en sneller dan professionele modellenmakers. Of hij maakt telefoonhoesjes en vazen – nu vooral kerstballen – voor vrienden en familie.

Een van de grotere 3D hubs is die van creatief consultant Jan-Willem. Hij begon een jaar geleden met één printer, maar heeft er inmiddels vier. Op zijn eigen kantoor staat een Ultimaker. ‘Een accuraat lijmpistool dat eigenlijk heel simpel werkt’, legt hij uit. ‘Een soort TomTom vertelt in eenvoudige nullen en eentjes hoe het lijmpistool over de X-as en Y-as heen moet bewegen, terwijl de Z-as naar beneden zakt.’ De Z-as is het plankje waarop het product uiteindelijk als op een presenteerblaadje klaarligt.

Jan-Willem neemt als liefhebber voor een relatief lage prijs veel printorders aan om te zien wat er gebeurt, wat mogelijk is en waar het heen gaat met het 3D-printen. Zo maakte hij laatste een maquette voor een architectenbureau dat een kantoor vol vernuftige sta-plekken wilde bouwen. Voor het Foam-museum leverde hij een reeks creatieve potten voor orchideeën.

Makership en auteursrecht

Maar de grote kracht van 3D-opdrachten zit hem in het grote publiek, denkt Jan-Willem. Als voorbeeld noemt hij onderdelen van koelkasten of auto’s. ‘Die kun je straks veel goedkoper bij de buurman laten printen dan dat je ze bij het merk zelf bestelt.’ Zo ontstaan er wel problemen met auteursrechten, erkent hij. ‘Eerst gebeurde dat met muziek, toen met films en nu komen de voorwerpen aan de beurt.’

Ook Victor gelooft in de toekomst van 3D-printen. Hij denkt dat in elke straat uiteindelijk wel een 3D-printer komt te staan. ‘Het past bij de trend van makership, waarin iedereen zelf zijn spulletjes maakt en alles weer wat ambachtelijker wordt. Als je straks mensen te eten krijgt, laat je bijvoorbeeld een leuke nieuwe bestekset printen.’

Dat gaat ook logistiek veel veranderen, voorspelt Victor. ‘Spullen hoeven niet meer uit een magazijn te worden gehaald en op transport te worden gezet. En wij hoeven niet meer op zaterdag tussen de gillende kinderen naar de Ikea, maar downloaden zelf een modelletje.’ Jan-Willem ziet ook mogelijkheden in Afrika.’ Het zou geweldig zijn als je daar een bril of een prothese kunt printen op de meest onbereikbare plekken.’

Er kan nu al veel. Op websites als thingiverse.com kun je allerlei ontwerpen vinden waarvan je de codes zo kunt downloaden en aan een 3D-printer kunt voeren. Mensen delen er bijvoorbeeld de meest uiteenlopende houdertjes voor alle denkbare apparaten. Iedereen kan bovendien zelf 3D-ontwerpen in makkelijke 3D-tekenprogramma’s maken. Jan-Willem: ‘Volwassenen van nu zijn nog erg 2D opgevoed, maar dat is al anders voor kinderen. Zij spelen bijvoorbeeld het spel Minecraft waar ze virtueel hun eigen 3D-wereld bouwen.’

Klein versus groot

Zetten de eigengereide consumenten de grote bedrijven zo buiten spel? Niet helemaal. De grote bedrijven kunnen de 3D-printers juist ook inzetten om hun product nog interessanter te maken, legt Jan-Willem uit. ‘Nokia heeft het geprobeerd met hoesjes. Die stonden al online voor de telefoon er was. Bedrijven als Ikea zouden 3D-printers kunnen gebruiken om producten te customizen. Je koopt een standaard bed, maar maakt zelf een achterkant in de vorm van een paard. Dat kun je er dan makkelijk aan vast schroeven.’

Victor hoopt zelfs dat grote bedrijven meer met 3D-printen gaan experimenteren, om het nog nieuw aanvoelende fenomeen wat vanzelfsprekender te maken. ‘Leuk om mee te beginnen zijn bijvoorbeeld servetringen voor Kerst. Je downloadt een printje voor twee kwartjes en laat het voor vijf euro in de buurt printen. Het zou mooi zijn als bedrijven zich hier hard voor maken.’

Momenteel gebeurt dat al met Fairphone. In samenwerking met 3D hubs zet het bedrijf elke week een nieuw model telefoonhoesje online dat je gratis kunt downloaden en voor achttien euro kunt laten printen bij een 3D hub in de buurt.

Geeks en kunstenaars

Maar voordat 3D-printers echt mainstream worden, moet er nog veel gebeuren. ‘Het is nu een wereldje op zich’, vertelt Jan-Willem. ‘Gebruikers zijn vooral kunstenaars of geeks die bij Arduino apparaatjes maken om bijvoorbeeld via sms de kerstlampjes aan te steken. Daar zijn dan doosjes of radartjes voor nodig die je makkelijk kunt 3D-printen.’

De printers zijn ook nog erg gammel. Om producten mooi en efficiënt te printen moet je nu zoveel sleutelen en variabelen aanpassen dat het vooral iets is voor hobbyisten. Jan-Willem en Victor hebben hun printers en materiaal inmiddels wel terugverdiend, maar dat geldt niet voor de vele uren die ze erin hebben gestoken.

Wat er uit de printers komt, is ook nog lang niet perfect. Jan-Willem: ‘Mensen vinden het nu nog grappig dat ze de ribbeltjes van het 3D printen voelen, maar straks wil je die ribbeltjes niet meer. Dan moet je telefoonhoesje gewoon mooi glad zijn.’

Voor grote voorwerpen als meubels is nu nog niet veel mogelijk. Al kent Victor wel een ontwerp van een printbare stoel van tweehonderd puzzelstukjes ter grootte van een hand. ‘Dat kun je gaan printen als je je verveelt’, vertelt hij, ‘want daar ben je wel twee maanden zoet mee .’

Gepubliceerd op nieuworganiseren.nu